De herziening van de detacheringsrichtlijn: gelijk loon voor gelijk werk?

Mint advocaten nieuwe regelgeving detachering: gelijk loon voor gelijk werk

 

 

 

 

Zoals gezegd spreekt men in de nieuwe richtlijn over “beloning” in de plaats van minimumlonen, het wordt af te wachten hoe de wetgever dit zal omschrijven.

Op 29 juli 2018 werd de detacheringsrichtlijn 2018/957/EG tot herziening van de detacheringsrichtlijn 96/71/EG gepubliceerd om 20 dagen later in werking te treden. De detacheringsrichtlijn breng een aantal vernieuwingen aan. In de populaire media werd echter voornamelijk het principe gelijk loon voor gelijk werk in de picture gezet. Wij bekijken wat dit inhoudt in de nieuwe richtlijn en wat de impact hiervan kan zijn op de Belgische wetgeving. De richtlijn moet nog omgezet worden in Belgische wetgeving, maar heeft weldegelijk reeds een impact gezien de wetgeving door een rechter moet geïnterpreteerd worden rekening houdend met de nieuwe richtlijn.

In de oude richtlijn was er in artikel 3 lid 1, c sprake van “minimumlonen”, dit werd in de nieuwe richtlijn gewijzigd naar het woord “beloning”. Hiermee wenst men dus komaf te maken met de verplichting om enkel het minimumloon te gaan toepassen. In de Belgische Detacheringswet werd het begrip minimumlonen uit de richtlijn vertaald als volgt:

De lonen, voordelen en vergoedingen die verschuldigd zijn krachtens door de Koning overeenkomstig de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten  en paritair comités algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, met uitzondering van de pensioenregeling.

Aangezien het begrip algemeen verbindend verklaarde CAO een grote rol speelt in het vaststellen van de minimale verloning, is het aan te raden hier even bij stil te staan. Wanneer er op sectoraal vlak een CAO wordt afgesloten dan is deze CAO enkel van toepassing op de werkgevers- en werknemersorganisaties die deze CAO hebben afgesloten en hun leden. Meestal wordt er getracht om deze CAO’s algemeen verbindend te laten verklaren bij KB. Dit betekent dat deze CAO een algemene draagwijdte krijgt binnen de sector en dat zij op alle werkgevers en werknemers van de sector van toepassing is. In België worden de meeste CAO's algemeen verbindend verklaard.

Dit betekent dus dat buitenlandse arbeidskrachten werkzaam in België op vandaag recht hebben op:

  • lonen zoals opgenomen in de barema’s van de algemeen verbindend verklaarde CAO’s;
  • andere vergoedingen die werden opgenomen in deze algemeen verbindend verklaarde CAO’s.

Het mag duidelijk zijn dat de verloning in België inzake detachering heel ruim wordt uitgelegd, gezien bijna alle loonelementen vastgelegd worden in algemeen verbindend verklaarde CAO’s. Krijgen de werknemers in hun thuisland een gelijkaardig voordeel, en wordt dit voordeel aanzien als loon,  dan kunnen deze wel in mindering worden gebracht van het te bereiken minimumloon. Wat het concrete loon is zoals bepaald door de Detacheringswet zal dus afhankelijk zijn van sector tot sector. Daarnaast bepalen zowel de richtlijn als de wet dat vergoedingen rechtstreeks verbonden aan de detachering die betaald worden in het thuisland  beschouwd worden als deel uitmakend van de loonvoorwaarden, voor zover dit bedrag niet gebruikt wordt als vergoeding van daadwerkelijke kosten, zoals reiskosten, verblijfskosten, en voeding.

Zoals gezegd spreekt men in de nieuwe richtlijn over “beloning” in de plaats van minimumlonen, het wordt af te wachten hoe de wetgever dit zal omschrijven. De richtlijn voegt daarnaast toe dat ook de toeslagen of vergoedingen van uitgaven voor reis-, maaltijd- en verblijfkosten voor werknemers die beroepshalve van huis zijn en die opgenomen zijn in de nationale wet of CAO’s vergoed moeten worden. Ook hier is het nog koffiedik kijken hoe de wetgever dit zal  invullen, alhoewel deze bepaling op maat van de Belgische CAO’s lijkt geschreven. (zie bijvoorbeeld CAO  van 12 juni 2014 inzake diverse arbeidsvoorwaarden afgesloten in het PC 124 voor het bouwbedrijf).

De richtlijn brengt daarnaast de vernieuwing aan dat na 12 maanden detacheren alle voorwaarden van de ontvangende lidstaat, ook degene die niet werden opgesomd in de detacheringsrichtlijn, van toepassing zullen zijn op de werknemer op basis van gelijke behandeling. Dit betekent concreet dat alle bepaling van toepassing zullen zijn, bijvoorbeeld anciënniteitsverlof, extra vakantiedagen,etc…

Het is op dit moment nog even afwachten hoe dit zal toegepast worden in het Belgische recht, dat de verplichtingen voor bedrijven die gebruik maken van buitenlandse werknemers in het kader van detachering zal verzwaren lijkt ons heel waarschijnlijk. Wij houden u op de hoogte.

Contacteer ons voor bijkomende informatie en/of vragen. 

Expertise

Gerelateerd nieuws

 

Grensoverschrijdend telewerk na 30 juni 2023

Heeft u werknemers die als gevolg van de COVID-19 maatregelen grensoverschrijdend telewerk verrichten en erop staan dit nog steeds te doen? Dan is 1 juli 2023 een belangrijke datum voor u. 

 

Nieuwe CAO 162: Flexibele werkregeling voor ouders en mantelzorgers

Werknemers die nood hebben aan een aangepaste work-life balance kunnen vanaf 1 oktober 2022 een aanpassing van hun werkregeling vragen van hun werkgever.

 

Telewerken als zelfstandige vanuit het buiteland: mag dit zomaar?

Door de digitale revolutie, en mede ingegeven door de COVID19 pandemie, beseften jongere mensen dat zij hun werkzaamheden ook vanuit het buitenland konden opnemen. Het klinkt voor heel wat onder ons als muziek in de oren. Toch moeten we erop wijzen dat dit alles niet zo evident is als het lijkt. In deze blog wensen wij dieper in te gaan op de mensen die als zelfstandige deze stap zetten. 

 

Werknemers kunnen meer voorspelbare en zekere arbeidsvoorwaarden vragen aan de werkgever

De Europese richtlijn 2019/1152 van 20 juni 2019 was het startschot van de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) nr. 161 van 27 september 2022. Deze CAO laat werknemers toe om zekere en voorspelbare arbeidsvoorwaarden aan hun werkgever te vragen.

De sociale partners willen hierbij een nieuwe vorm van werk stimuleren waarbij een balans wordt gezocht tussen de behoeften van de werkgever en de werknemer.