Opzegtermijn bediende vs. opzegtermijn arbeider

Berekening opzegtermijn: factoren, regels en periodes voor arbeiders en bedienden.

"Indien de arbeidsovereenkomst reeds vóór 2014 werd gesloten is er een verschil tussen de opzegtermijn van een bediende en de opzegtermijn van een arbeider."

Expertise: Varia

Heel vaak krijgen wij de vraag hoe een opzegtermijn wordt berekend. Dit hangt van een aantal factoren af die wij voor u oplijsten.

Wat?

Als de arbeidsovereenkomst op initiatief van één van de partijen wordt beëindigd (werknemer of werkgever), zal de werknemer gedurende een bepaalde periode nog in dienst moeten blijven. De periode vanaf de (correct) uitgedrukte wil om de arbeidsovereenkomst te beëindigen en het effectieve einde van de arbeidsovereenkomst, is de opzegtermijn.

Hoelang de opzegtermijn is, hangt af van

  • de anciënniteit van de werknemer,
  • wie nam het initiatief tot ontslag,
  • gaat het over een bediende of arbeider,
  • wat was het inkomen,
  • welke sector was de arbeider werkzaam,

Indien de arbeidsovereenkomst wordt gesloten vóór 2014 moet er een optelsom worden gemaakt van de datum in dienst tot en met 31.12.2013 (periode I) en anderzijds de periode van 01.01.2014 t.e.m. de datum van ontslag (periode I).

Arbeidsovereenkomsten vóór 2014 (periode I):

Indien de arbeidsovereenkomst reeds vóór 2014 werd gesloten is er een verschil tussen de opzegtermijn van een bediende en de opzegtermijn van een arbeider.

Dit betreft enkel de periode t.e.m. 31.12.2013. Voor de volledige opzegtermijn moet periode I worden opgeteld met periode II.

Arbeider

Indien het een arbeider betreft, zijn er verschillende regelingen van toepassing. Zo kan er afhankelijk van de sector een andere opzegtermijn bepaald zijn. Is dit niet het geval, moet er worden gekeken naar de wet waarbij het van belang is of de arbeider al in dienst was vóór of na 2012. Een goede indicatie om de opzegtermijn arbeider te bepalen, kan de arbeidsovereenkomst zijn.

Een gelijkaardige redenering is van toepassing indien de arbeider zelf ontslag neemt. Ook hier is de hoegrootheid van de opzegtermijn arbeider afhankelijk van de sector. De opzegtermijn arbeider is in dit geval wel korter dan indien hij zijn ontslag krijgt.

Bediende

Gaat het over een bediende en gaat het ontslag uit van de werkgever moet er een onderscheid gemaakt worden tussen lagere en hogere bedienden:

  • Lagere bedienden (jaarlijks brutoloon ≤ 32 254€): De opzegtermijn bediende bedraagt 3 maanden per begonnen periode van 5 jaar anciënniteit.
  • Hogere bedienden (jaarlijks brutoloon > 32 254€): De opzegtermijn is één maand per begonnen jaar anciënniteit, met een minimum van drie maanden.

Neemt de bediende zelf ontslag moet hetzelfde onderscheid worden gemaakt:

  • Lagere bedienden: De opzegtermijn bediende zal 1,5 maand per begonnen periode van vijf jaar anciënniteit met een maximum van 3 maanden bedragen.
  • Hogere bedienden: De opzegtermijn bediende zal eveneens 1,5 maand per begonnen periode van 5 jaar bedragen maar het maximum ligt hoger (4,5 maanden of 6 maanden als brutoloon per 31.12.2013 hoger was dan 64.508 €)

Arbeidsovereenkomsten vanaf 2014 (periode II):

Voor arbeidsovereenkomsten vanaf 2014 (of voor de periode na 31.12.2013 voor arbeidsovereenkomsten voor deze datum gesloten) is de regeling eenvoudiger.

De wetgever heeft immers besloten om arbeiders en bedienden voor wat betreft de opzegtermijn gelijk te stellen aan elkaar. Vanaf deze datum is dit ook niet meer afhankelijk van de sector of van het verdienvermogen van de werknemer.

Neemt de werkgever het initiatief tot ontslag zal de opzegtermijn geleidelijk aan stijgen:

  • minder dan drie maanden: 1 week;
  • drie maanden en minder dan vier maanden anciënniteit: 3 weken;
  • vier maanden en minder dan vijf maanden anciënniteit: 4 weken;
  • vijf maanden en minder dan zes maanden anciënniteit: 5 weken;
  • zes maanden en minder dan negen maanden anciënniteit: 6 weken
  • negen maanden en minder dan twaalf maanden anciënniteit: 7 weken
  • twaalf maanden en minder dan vijftien maanden anciënniteit: 8 weken;
  • ….

Wanneer de opzegging wordt gegeven door de werknemer, zal de opzegtermijn ook stijgen maar dit niet zo snel:

  • minder dan drie maanden anciënniteit: 1 week
  • drie maanden en minder dan zes maanden anciënniteit: 2 weken
  • zes maanden en minder dan twaalf maanden anciënniteit: 3 weken
  • twaalf maanden en minder dan achttien maanden anciënniteit: 4 weken
  • achttien maanden en minder dan vierentwintig maanden anciënniteit: 5 weken.

Vragen of meer informatie

Contacteer ons

Hebt u vragen of wenst u meer informatie? Aarzel dan niet om ons te contacteren. 

Blijf steeds op de hoogte en volg onze updates

Varia

Gerelateerd nieuws

Vandaag de dag komen nieuw samengestelde gezinnen vaker voor.
Het RIZIV voert op deze correcte toepassing controle uit via de Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle.
In ons derde thema focussen we ons op gescheiden ouders met minderjarige kinderen.
In de blog van deze week focussen we ons op gezinnen die samenwonen met hun gemeenschappelijke kinderen.
In onze eerste case in het dossier successie- en vermogensplanning nemen wij kinderloze koppels onder de loep.
Ondernemers focussen op hun kernactiviteiten; vermogens- en successieplanning is vaak ver-van-hun-bed.
U bent aandeelhouder en bestuurder van een vennootschap. Dit brengt heel wat complexe wetgeving met zich mee.
Als ondernemer komt u vaak in aanraking met diverse contracten in allerlei vormen.

Gratis

Voorstel op maat

*De kmo-portefeuille of werkbaarheidscheques kunnen enkel gebruikt worden in het kader van een advies.

Download

Checklist

Download

Checklist

Download

Checklist

Download

Checklist

Download

Checklist

Download

Checklist

Download

Checklist